Spiegels

Spiegels

Ik word steeds liefdevoller naar mezelf. En daarmee ook naar anderen. Of misschien is het andersom. In ieder geval allebei. Ik voel liefde voor iedereen. Dat zie en merk ik omdat ik in iedereen het goede zie. En met iedereen bedoel ik ook werkelijk iedereen. Ook personen die me in het verleden diep gekwetst hebben of die niet op een fijne manier met me omgegaan zijn. Ook personen die me (nu) wat kwalijk nemen en me zaken verwijten, ook dan denk ik niet oordelend over die ander en ben ik in ieder geval niet bang voor die persoon.

In het verleden meed ik personen die me van slag konden brengen, ik was bang voor de ‘klappen’ en voor de aanval op mij. Ik was bang omdat ik me niet staande kon houden. Het deed zeer als iemand me afkeurde, als ik kritiek kreeg schaamde ik me, ging ik in de verdediging en nam de ander zijn houding en gedrag kwalijk. Ik vond dan van alles van de ander, de ander deed moeilijk, was moeilijk in de omgang. Het lag allemaal aan de ander dat ik me zo rot voelde.

Ik heb inmiddels geleerd dat ieder reageert vanuit zijn eigen achtergrond en dat niemand bewust kwetst of een ander aanvalt of naar beneden haalt. Het gekwetst voelen zegt alles over de ontvanger. Als ik me gekwetst voel nu, dan ben ik blij met de ander die mij spiegelt.
Oké, ik geef toe, dat lukt niet altijd direct om het zo te zien, maar steeds eerder. Het minst gemakkelijk is dit met je dierbaren, omdat die zo dichtbij je staan waardoor afstand nemen niet altijd direct lukt. En voor je het weet heb je ook een bepaalde manier van omgaan met elkaar ontwikkeld en zit je in een patroon. Een patroon is per definitie onbewust en spiegelen vraagt juist bewust-zijn

Voel jij je gekwetst of niet gerespecteerd en word je boos op degene die jou kwetst, dan zegt het alles over jezelf. Het raakt het ontbreken van respect voor jezelf. De ander haalt je niet naar beneden, je láat jezelf naar beneden halen. Iemand anders zou misschien door dezelfde woorden helemaal niet geraakt worden.

Om het ingewikkeld te maken 😊 weet ik ook dat verwijten van een ander altijd wat zeggen over die ander en dat het niet persoonlijk is voor jou. Ík maak het verwijt van de ander niet persoonlijk. Ik doe er alleen wat mee als het verwijt me raakt én als ik het verwijt terecht vind.
Het geraakt worden, daar gaat het om. Want ik kan een opmerking ‘gewoon’ terecht vinden zonder emoties daarbij te voelen en daar normaal op reageren. Dan kan ik aangeven dat het me spijt en uitleggen waarom ik iets gedaan heb of nagelaten heb.
Wanneer een verwijt me echter ráakt, weet ik dat het iets raakt binnen in mij. Dan is het iets van mij waarmee ik nog niet geleerd heb om te gaan. De ander is een spiegel voor mij en ik mag er wat mee doen.

Vaak is het stukje wat geraakt wordt een deel in ons waar we afstand van hebben gedaan in het verleden. Iets donkers wat we niet meer willen voelen. Iets pijnlijks wat we buiten onszelf hebben geplaatst. Die delen mogen weer aangekeken worden en weer geïntegreerd. De pijn die geraakt wordt hoort bij ons. Het erkennen van de pijn van bijvoorbeeld afwijzing, erkennen dat dit er is en bij jou hoort. En dat dat oké is.
Wijs dat deel niet meer af, erken dat dat gevoel van afwijzing er was en wijs jezelf niet meer af. Je mag er zijn met alle negatieve herinneringen, die afwijzing was toen. Je bent op een bepaalde manier omgegaan met die afwijzing om verder te kunnen.
Het nu opnieuw onder ogen zien en accepteren maakt dat je er vrede mee kunt hebben. Dat je weer een stukje heler wordt, je werkt aan je heelheid. Het verdriet onderdruk je niet langer, het mag er zijn. En als er ruimte gegeven wordt, verdwijnt de heftigheid. Onderdrukken maakt het juist groter.

Hoe heler we worden, hoe liefdevoller. Dankzij alle spiegels om ons heen. Maak er dankbaar gebruik van!